woensdag 16 april 2008

Tuareg Rallye 2008: Het verhaal

Helaas was het door de geringe dekking van mijn mobiele telefoon provider voor mij niet mogelijk om een live verslag met fotomateriaal te leveren vanuit Marokko. Gelukkig konden Ronald Peters op www.orangeteam.nl en het thuisfront van Jeroen van Daele via www.rallymaniacs.nl wel het een en ander melden. Ook op de Memotours site staat een verslag.


Welnu, ik ben nu alweer een weekje thuis, de wonden zijn gelikt, flink bijgeslapen en alweer aan het werk. Inmiddels is er al heel wat fotomateriaal (bijvoorbeeld via www.alfapix.dk) op het Internet verschenen en wordt het nu tijd om hier mijn volledige verhaal van de Tuareg Rallye 2008 hier te publiceren (An English version will follow soon..if you can't wait a nice report can be found here )

Dag 0: Aankomst in Almeria, de keuring en de overtocht
Na wat perikelen op het vliegveld waar een zekere familie probeerde typisch Hollandse produkten zoals melk, plasgootjes en klompen Spanje in te smokkelen kwamen we toch ongeschonden door de douane. Een filosofische discussie die begon tussen Monique en mijzelf over wat meer waarde heeft voor een man in de woestijn; een vrouw of een kameel, werd door de aanwezigen van alle kanten belicht en becommentarieerd. Uiteindelijk zijn we er niet uitgekomen…

De keuring is de haven ging voor mij niet helemaal goed, mijn achterlichtje deed het niet… net alsof je dat in Marokko nodig hebt.. en net als dat achterlichtje het uberhaupt wel eens doet op een enduro motor, volgens mij moet de enduro motor waarop dat lampje het altijd doet nog uitgevonden worden.. Maar goed, dat werd gelukkig door de vingers gezien en ik kon de motor beplakken met de sponsor reclame en startnummer (nummero 34) alvorens de brommer aan boord van de boot werd gezet.


Dag 1: Nador – Missor
De overtocht van Almeria naar Nador was voor vele deelnemers de eerste beproeving, diverse groen gekleurde mensen heb ik door de gangen op de boot zien waggelen op zoek naar steun om te blijven staan of gebogen over een wasbak, wc of de railing om zodoende de vissen te voeren. Gelukkig voor mij als oud off-shore man geen probleem, de zeebenen deden het nog prima.

De volgende ochtend in de haven moesten de motoren ingeklaard worden. Dit ging gepaard met een aantal papiertjes die ingevuld moesten worden en getekend en dan gestempeld moesten worden door de verschillende aanwezige generaals van de Marokkaanse douane. Het waren potsierlijke taferelen waarbij de deelnemers als vliegen op de stroop achter de aanwezige ambtenaren aanliepen. Als het 1 van deze ambtenaren iets teveel werd dan ging hij er gewoon vandoor om na een kwartier weer terug te komen, de aanwezige groep stortte zich dan op de volgende “pet met strepen” om een stempeltje of krabbeltje te bietsen. Uiteindelijk was het de bedoeling dat je maar 1 papiertje overhield welke dan nodig is om je motor weer uit tevoeren aan het eind van de rally.

De eerste etappe kon beginnen zodra je je startkaart gehaald had, helaas stond ik niet in de buurt toen de ORGA begon met uitdelen dus kwam ik achterin de rij te staan, dit tijdverlies zou me later op de dag een aantal strafuren opleveren. De etappe begon met een enduro stage van de vierde categorie waarbij het de bedoeling was om de motorrijders die zich als “profi” hadden ingeschreven te ontmoedigen. Indien deze stage niet gehaald dan werd er sterk op aangedrongen om toch maar in het “amateur” klassement mee te gaan rijden.
De route was zeer technisch en volgde wat geitenpaden door een kloof en langs bergwandjes.

Vele motoren en hun berijders zijn hier al van de berg gevallen bij het zoeken naar het juiste pad in een kloof.










Hierna, na wat zoekwerk, een smal klimmetje waar een enorme opstopping ontstond door gevallen en gestrandde rijders. Omdat ik wat later was kon ik hier achter in de rij wachten, totdat het wachten mij te lang duurde en ik langs de rij toch de berg ben opgereden. Eerst kwam ik daar Jan Staakenburg tegen die is gaan liggen en en met een pijnlijke rug aan het uitblazen was. Zonder noemenswaardige problemen kwam ik boven waar een (ik geloof een Engelsman) zijn Hondaatje onvrijwillig in de fik had gestoken. Het ding liep niet meer en kon natuurlijk niet verder naar boven. Samen met een nieuwsgierige Marokkaan en zijn ezeltje versperde hij het pad dus heb ik hem maar geholpen om het ding te draaien zodat ik erlangs kon verder naar boven en hij terug naar beneden kon hobbelen langs de wachtende meute.


Boven bij het checkpoint nog even samen met Jan Rus gewacht of “Jannie” nog naar boven kwam, maar helaas dat duurde te lang en we zijn maar samen verder gereden. De navigatie stage die volgde heeft ons toen dusdanig in verwarring gebracht dat we hetzelfde pad wel 10x op- en naar zijn gereden totdat we onafhankelijk vanelkaar toch nog de goede weg vonden. Ik via een rivierbedding en dwars door de velden heen en Jan toch nog even 20 meter verder gereden dan het roadbook aangaf. Uiteindelijk kwamen we bij een van de volgende CP 1 minuut (!) te laat aan wat ons vele strafuren opleverden.
Op de snelle maar bochtige gravel pistes erna voelde ik al dat mijn voorkant niet helemaal zo strak meer stuurde, bij aankomt in het bivak in Missor zag ik het meteen, mijn voorwiel lagers hadden het opgegegven en mijn wiel kon ik zo heen en weer halen. Dat werd dus sleutelen…


Gelukkig zijn een paar lagers zo vervangen… enige handicap daarbij was eigenlijk Alexander die wel 100x (niet overdreven) in mijn licht heen en weer bleef lopen. Gelukkig maakte hij het goed met een koud biertje.. Verder was het de stank van stront die wat overheersend was in onze “werkplaats”, het leek erop dat we in een openbaar toilet aan het sleutelen waren….







Dag 2: Missor – Mersouga


Dit was de tweede lange etappe waarin we de eerste duinen tegenkwamen. De etappe begon met lange snelle stoffige paden waar je je kop erbij moest houden.

Een navigatie fout is zo gemaakt en verdwalen kost tijd, veel tijd. Gelukkig ging alles redelijk, het had sneller gekund in de navigatie special maar uiteindelijk was ik toch tevreden. Later op de dag was er voor de profi’s een enduro special waarbij een smalle kloof moest worden genomen. Deze kloof was zo smal dat je moest oppassen om geen gat in je motorblok te rijden. Halverwege deze kloof raakte ik met mijn linkervoet een steen en ik voelde iets in mijn knie klikken, gelukkig op dat moment geen last maar ik wist dat ik daar de volgende dag nog wel lol aan zou beleven.
Na de kloof was ik even de weg kwijt en ik ben de GPS pijl maar gevolgd om bij het CP op 3 km afstand te komen, daarvoor moest ik dus diverse rivier beddingen, klimmetjes, afdalinkjes en wash outs op 90 graden oversteken, ik heb het me daar dus niet erg makkelijk gemaakt want de route die ik moest volgen ging over een gravelpad, zoveel makkelijker…
Vorig jaar was er een punt na een lang snel stuk op een kruising met een weg waar een serieus ongeval was gebeurd, die onzichtbare afwateringsbuis achter dat heuveltje was er dus nog steeds. Vorig jaar ben ik me daar dus wezenloos geschrokken dus mijn instinct zei; doe rustig aan… Zelfs als je er met 30 km p/u op af kwam zag je dat ding pas op het allerlaatste moment. Velen hebben hier de schrik van hun leven gehad en werden plotseling via die afwateringspijp in een droog kanaal gelanceerd. Het roadbook onderschatte (net als vorig jaar) het gevaar.
Vlak daarna kregen we de eerste duinen en daar ben ik goed doorheen gekomen, het gevoel van rijden, of eigenlijk een soort van surfen, in de duinen kwam al gauw terug, ik vond zonder problemen het “secret checkpoint” en het was nog maar een paar kilometer door de duinen naar het bivak. Helaas was meteen na het CP de concentratie weg en de overmoedigheid door het goed volbrengen van deze dag op dat moment groot. Na het stempelen rij ik dus met flink wat snelheid een niet al te hoge duin op en sodemieter zo aan de andere kant een tiental meters voorover naar beneden bovenop mijn hoofd en de motor erachteraan. Dat duin liep dus aan de achterkant gewoon steil naar beneden. Gelukkig geen verwondigen maar de ophanging van het roadbook op mijn stuur was krom en mijn ICO deed het niet meer..
Aangekomen in het bivak werd het dus sleutelen, buiten het reguliere onderhoud moest er dus ook nog wat de-montage-werk, recht-buigen-wat-krom-is-werk en montage-werk gedaan worden om de motor weer startklaar te krijgen voor de volgende dag. Die stompzinnige buiteling in de laatste kilometer heeft me dus gewoon 4 uur sleutelen gekost. Deze tijd had ik liever besteed aan op mijn rug liggen om bij te komen. Slaap en rust is namelijk een schaarse bezigheid tijdens een rally. Je hebt altijd wat te doen, en elke minuut tijd die je hebt gebruik je ter voorbereiding van de volgende dagen. Roadbook doornemen en plakken, onderhoud, etc.

Ondanks dat je ‘s avonds behoorlijk moe bent gaat het slapen minder omdat je stijf staat van de adrenaline en je de hele dag achter je ogen opnieuw beleeft. Vooral de schrikmomenten en “narrow escapes” blijven aan je voorbijgaan tijdens het in slaap komen. In Missor werden we in onze tent dan ook nog eens midden in de nacht getrakteerd op een orkest van blaffende honden en een soort van vogels die het geluid maken van een piepend tuinhek.

Dag 3: Round tour Mersouga
Dag 3 stond in het teken van drie “Ergs” en dat zijn duinenvelden met verschillende soorten zand die bedwongen moesten worden. De dag begon met het doorkruisen van de lastige Erg Rissani waar ik zonder enig probleem doorheen kwam. De “Bobtrack” kwam daarna, dit is een pad met afgeronde zijkanten en veel bochten, hier konden we op de motor het betere gooi-en-smijtwerk bezigen tot aan de tafelberg vanwaar een snel zandpad richting de “bloemenvelden”. Het navigatie werk hier met de vele sporen door de droge meren, afgewisseld met duinenvelden (Ergs)en een verdwaalde ruine van wat eens een dorp was kon hier aardig lastig zijn.

Rustig tufde ik daar achter Tina Meier aan, en die rijdt gewoon door, niet te hard en met oogkleppen op zoals de meeste kerels maar heel doelgericht en zeker, daar win je op de langeduur gewoon tijd mee. Als je namelijk als een wilde door dit onbekende gebied raast ga je op eerste gezicht wel lekker hard en het ziet er spectaculair uit maar het risico op het missen van een roadbook punt (of een gevaarlijk punt!) is erg groot. Terugrijden waar het fout ging, of erger, de brokstukken bijelkaar rapen, en de weg opnieuw zoeken kost veel meer tijd.

Een tankstop was ingelast midden in een grote vlakte waar de service teams klaar stonden met benzine en proviand. Over de hele dag heb ik hier de enige 15 minuten pauze gepakt en me volgepropt met muesli repen en energie drankjes, hehe dat was effe lekker.. Meteen daarna konden we weer “aan het werk” want de duinen kwamen alweer in het zicht.

Deze duinen zijn, naast de rotsachtige rivierbeddingen, vooral voor de rally auto’s een hel, een aantal auto’s zijn dan ook model voorover op hun dak belandt. Op de motor is het nemen van een duin al lastig omdat je niet weet wat er aan de achterkant is en je de hoogte lastig kan inschatten maar met een auto is het al helemaal een uitdaging. Met een auto moet je dus ook met de juiste snelheid omhoog rijden, te langzaam en je haalt de top niet en je kan gaan graven en te snel kan een lancering over de rand betekenen. Met de auto kijk je tijdens het omhoog rijden tegen je motorkap aan en je weet pas wat er aan de andere kant is als de auto over die onzichtbare duintop heenkantelt … Voor de rijders heel spannend, maar denk eens aan de navigators die kunnen niets doen, die kunnen zich alleen maar vasthouden en vertrouwen hebben in de de rijders.. Of het is redelijk vlak achter de top, of er zit een duinpannetje waar je tegenaan knalt met alle schade vandien, of er er wacht een loodrechte helling naar beneden van een 150 meter en dan moet je meteen gasgeven naar beneden want anders schept de voorkant in het zand en dan lig je zo voorover op je dak en glij je op je dak naar beneden….met de motor al lastig maar met een zandscheppende auto… Schuin aansnijden dus met het risico van zijwaarts kantelen.. Respect….

De KIA’s van het Flevo Dakar Team die ook bij Memotours in het serviceteam zaten; zie hier hun verslag: http://www.fromflevotodakar.com/fftd/verslagen.php hadden het zwaar.


Elke dag moest er vele uren gesleuteld worden om de wagens weer toonbaar te maken na buitelingen in de duinen en door elektriciteitspalen die niet uit de weg gingen.

Vlak voor de laatste duinenpassage van die dag kwam ik Jan Hut (die met de KTM klompen) bij het CP nog tegen met een kapotte gaskabel. Jan baalde, en ik heb hem nog aangeboden om een gaskabel te gaan brengen zodra ik in het bivak was. Het laatste stukje van maar 7 km door die duinen was nog erg lastig doordat het licht op een dusdanige manier in het zand scheen dat je niks zag, het leek net of je in een gele “brei” rond reed. Het gevoel van diepte is dan geheel verdwenen en je rijdt dan volledig blind, als je dan niet oppast donder je zo ergens naar beneden en dan zijn de rapen gaar. Op gepaste snelheid verder dus. Aangekomen in het bivak nog geprobeerd om Jan te bellen om te vertellen dat ie de retourkabel ook kon gebruiken als trekkabel maar die nam zijn telefoon niet op, blijkbaar was ie zelf ook al op dat idee gekomen want hij was al onderweg. Gelukkig voor mij want ik had echt geen fut meer over om heen en terug te rijden door die duinen zoals ik had beloofd..

Dag 4: Koningsetappe

De Koningsetappe is de dag waarop de rally wordt beslist en waar je tijdpunten kan verdienen, de rest van de rally kan je eigenlijk alleen maar verliezen waar anderen winnen. Uitrijden van de Koningsetappe betekent dat jij punten kan halen waar anderen punten verliezen. De kans op verliezen is wel vele malen groter dan winnen maar... het zijn er weinigen die hier winnen. De etappe bestaat uit een dikke 200 kilometer zandduinen en nog eens zandduinen. Fysiek sloopt dat je hele lichaam, dit soort etappe’s maakt dat rallyrijden op de motor een van de zwaarste duursporten is die er bestaat.

Mijn start was goed en ik voelde me erg goed, helaas voor mij was ik al snel op de verkeerde plaats op de verkeerde tijd. Wel goed voor die twee rijders die een duinpan in waren gedonderd en elkaar daar beneden versuft aan het oprapen waren. Regel in de rally is dat als je zoiets ziet dat je dan boven blijft staan om de andere rijders (en auto’s!) te waarschuwen niet op dat punt naar beneden te springen want dan is het leed niet te overzien. Daar stond ik dus zeker een kwartier als verkeersagent het verkeer om te leiden totdat de laatste rijder voorbij was.. Shit dat heb ik weer… Daarna in een poging wat tijd terug te winnen ben ik aan een inhaalrace begonnen en dat ging aardig, op zeker moment zat ik toch weer tussen de rijders van mijn niveau. Na twee rondes door het mulle zand van ongeveer 65km elk kwam ik met Jan Rus op sleeptouw maar helemaal gesloopt bij de CP/tankstop aan. Daar bleek dat we een secret checkpoint gemist hadden en mochten we niet verder.





Uit het tracklog van de GPS bleek later dat we dat CP op minder dan 100 meter hadden gemist. Op dat moment waren Jan en ik helemaal leeg en meer dood dan levend en waren we zeker niet in staat om onmiddelijk verder te rijden alhoewel we wel toch ruim op tijd binnen (anderhalf uur…)waren om verder te kunnen. Na een een half uurtje rust en het verorberen van een aantal energie repen en na het ingieten van liters water zaten we mekaar aan te kijken.. en verdorie we hadden weer energie, als we dat verdomde checkpoint maar niet hadden gemist….

Aspirant Dakar rijder Herwin de Roo had hetzelfde CP gemist en die zat net als Jan en ik te balen als een stekker.

Maar 30 rijders van de 150 hebben de Koningsetappe volbracht en dat is een hele prestatie geloof me..


Dag 5: Duinen cross

De duinenrace is eigenlijk een motorcross in de duinen met als finish het hoge duin met de GPS naam “HAUSDU” . Doordat je meerdere rondes rijdt ken je net als op een motorcross baan het parcours en weet je op gegeven moment waar je kan gasgeven en springen en waar je welke lijn moet kiezen om er zoveel mogelijk snelheid in te houden. Eigenlijk is het een ochtendje “spelen” met als toetje het bedwingen van een 200 meter hoog en bijna loodrecht omhooglopend duin met daar bovenop de finish.
Doordat ik het GPS waypoint “HAUSDU” elke ronde erin had staan in plaats van alleen in de laatste ronde ben ik dus ook elke ronde, weliswaar vanaf de achterkant, maar niet minder hoog, bovenop “Het Duin” geweest. Dit in plaats van de kortere weg te kiezen rechts langs het duin direct naar het CP. Maar goed, het naar beneden rijden vanaf die steile duinkant had ik dus al tot in den treure geoefend.

Afgezien van dit kleine repeterende navigatiefoutje ging het goed totdat ik dacht in de tweede ronde een Checkpoint gemist te hebben, hierdoor verdween de motivatie voor een goede klassering als sneeuw voor de zon.

Toen ik dus na de derde ronde vanaf de voorkant de “moeder van alle duinen” op moest rijden heb ik daar in eerste instantie geen haast mee gemaakt. Bennie kwam al naar me toe en wees me de beste weg om omhoog te komen; “Rechts langs de wand van die duin, rakelings langs de afzetlinten en dan, met vol gas een rechter bocht maken. Enne… geef die rugzak en je buideltas maar hier want die heb je niet nodig, daar heb je alleen maar last van!” Zo gezegd zo gedaan, bij de eerste poging kwam ik inderdaad ver langs het inmiddels opgebouwde “motorkerkhof”en zo’n 5 tot 10 meter onder de top, erg goed!
Ik voelde dat het harder had gekund, tijdens deze eerste poging had ik namelijk net niet genoeg ballen om het gas vol open te houden in die bocht en dat gat wat daarvoor zat. Ik wilde dus een tweede poging wagen en maakte terwijl ik nog voorwaartse snelheid had een bocht terug naar beneden voor een tweede poging.
Tijdens de tweede poging hield ik het gas wel open en het ging goed totdat de motor bij het passeren van de gestrandde rijders ging sputteren…. Wat nu!? Draaien maar weer! Maar helaas de brommer hield er al mee op en het resultaat was dat ik eraf ging en naar beneden buitelde.













Na wat geworstel om het ding te draaien kwam ik weer beneden met een sputterende en knallende brommer. Beneden aangekomen wilde het ding niet meer starten en bleek mijn benzinetank niet genoeg benzine te bevatten. Op die steile helling loopt de benzine namelijk naar achteren in de tank of het zit aan de rechterkant van de tank en dan bereikt het de kraan niet meer. Bertus Onrust met zijn rijdende olietanker van 23liter kon mij nog wat extra benzine schenken voor een derde poging maar toen pas kwam ik erachter dat de stempelkaart nog in mijn buideltasje zat die ik aan Bennie had gegeven en die stempelkaart heb je echt nodig als je boven bent…. De kaart heb ik toen maar bij me gestoken en tijdens de volgende poging , recht door het midden, kwam ik ook boven de meeste gestrandde motoren uit en kon de tocht naar de top te voet verder… Die 10 meter leken wel 10 kilometer, een stap van 50 cm en je zakt 49 cm weg dus dat schoot niet op, de bovenbenen die het al zwaar hadden gehad tijdens de laatste dagen ontploften bijna. Boven aangekomen kon ik nog wel het tafereel en het mooie uitzicht rustig aanschouwen, dit was het waard. Overigens zijn er maar twee rijders geweest die de top in de wedstrijd hebben gehaald dus het laatste stukje lopen was zeker geen schande.


Dag 6: Mersouga – Missor
Het roadbook waarschuwde net als vorig jaar dat gedurende deze etappe het meeste materiaal zou falen. Na 5 dagen te zijn mishandeld op stenen, stof en zand zijn mens en machine aan het eind van hun latijn. Een extra check op het materiaal voor de start en wat extra voorzichtigheid tijdens het rijden zijn nu geboden. We nemen afscheid van de duinen via de “gemakkelijke” Dakar route door de Erg Chebi waarna een zeer lange off-road stage naar Er Rachida volgde. Een kort, maar gemeen klimmetje genaamd “Alex Kante” moest worden genomen door de profi’s, de losse, scherpe stenen waren voor velen een groot probleem waar menig zweet druppeltje werd gemorst. Gelukkig had ik hier geen enkel probleem en ik ging als een streep naar boven. Ik vraag me nog steeds af wie Alex Kante is, waarschijnlijk een sadomasochistische leermeester ofzo om zo’n punt naar jezelf te vernoemen.

De profi groep werd hierna ook nog eens getrakteerd op een tijdspecial door de “kloof zonder naam”, een in de rotsen uitgeslepen rivierbedding van een tiental kilometers. De bodem bezaaid met grote stenen, rotsen en een snelstromend riviertje. Vooral in het begin lastig navigeren waar ik Tommy Verbakel enigszins uit het veld geslagen en in een moeilijke positie tussen de rotsen heb zien staan, gelukkig waren enkele bemoedigende woorden voldoende om hem weer op weg te helpen. Met redelijk hoog tempo zijn we toen door de kloof heen geboenderd waarbij door de vele stenen zowat alles wat nog los zat aan de motor volledig lostrilde inclusief de handen. Het snelstromende water zorgde voor extra koeling van mens en machine.Uit de kloof gekomen snel afgestempeld bij het CP en nog even mentale steun verleend aan Rob Verstegen uit ons Memotours team die daar een gat in zijn blok aan het repareren was met vloeibaar metaal, geen probleem voor deze handige Dakar ganger.

Na het einde van deze geklokte stage gingen we in een groepje weer de navigatie stage in en dat gaat met een minder hoog tempo omdat we nog tijd zat hadden om het volgende CP te bereiken. En gelukkig maar want ik vergat mijn ICO te “nullen” bij vertrek en was de hele tijd bezig om het ding te calibreren tegen bekende punten in het roadbook.

Een bekend punt was bijvoorbeeld de melding “Danger”, “Washout” op ICO stand 14.1 , helaas was ik daar vroeger dan verwacht want mijn ICO stond nog op 13.2 en terwijl ik met de ICO speelde keek ik op en zag onmiddelijk dat enorme gat op me af komen en dat terwijl het pad een flauwe bocht naar links maakte. Eigenlijk was het toen alleen nog maar pompen of verzuipen.., ik dacht; daar ga ik, dit was het dan… Doordat er nogal wat stof op het pad lag glee ik met een gangetje van 40 zo die greppel in en sloeg over de kop. Mijn knie kwam tussen de motor en de wand en die voelde en hoorde ik kraken… Met mijn hand en mijn ribbenkast ving ik de klap op. De motor en ik lagen in een onmogelijke positie in de greppel en ik zat klem met mijn knie.

Toen ik me daar uitgewurmd had en ik alles nog kon bewegen was mijn eerste reactie veroorzaakt door die flinke stoot van adrenaline of testosteron (whatever..) en ik werd me een partij kwaad op mezelf…. Hoe kon ik zo stom zijn om in een navigatie stage zo in een greppel te belanden. Jan en Ronald die het zagen gebeuren waren in ieder geval blij, hij beweegt nog maar heeft wel een leven verspeeld… Jan Rus op z’n Amsterdams: we hoefden alleen het gat met alles erin dicht te gooien en er had geen haan meer naar gekraaid… De rest van de navigatie stage was ik tam geworden en met die pijnlijke knie kon ik ook niet anders dan rustig mijn weg vervolgen.

In het bivak aangekomen werd ik meteen door Jacqueline Hut met ijs en plakkers voor mijn knie in de tent verwend. Geweldig zoals Jacqueline die mee was als verzorgster haar “kinesiotaping” concept wist te verkopen. In de eerste dagen waren al die grote kerels erg sceptisch en zaten schaapachtig te lachen om die blauwe tape sterretjes op de pijnpunten. Naar gelang de rally vorderde kreeg iedereen wel ergens een pijntje. Die grote kerels die hun vrouwtjes toch wel misten in de woestijn hadden toch wat extra aandacht nodig… Zelfs Bennie en Jan met die grote bekken maar de kleine hartjes liepen op gegeven moment met blauwe sterretjes tape op hun lichaam rond die ze stiekum door Jacqueline hebben laten plaatsen. Het leek echt te werken, al is het maar tussen je oren nietwaar? Jacqueline bedankt!


Dag 7: Missor – Nador
De volgende dag was het helemaal mis, mijn ribbenkast deed zeer, mijn vinger kon ik pas na een half uur buigen en mijn knie deed het helemaal niet meer. Mijn rationele helft dacht aan opgeven maar mijn emotionele helft was het daar totaal niet mee eens. Ik moest en zou verder, ik ga me gewoon aankleden, pijnstillende zalf op het knietje, wat drukverband erop, een paar van die roze wondersnoepjes erin en gaan met die banaan, we zien wel waar het schip strandt. Toen ik weer volledig in de bodyprotectors was ingebouwd en weer was behangen met die zware rugzak met 4 liter water, vuurpijlen, ehbo kit, energie repen en gereedschap voelde het weer goed. Naar gelang de dag ging het steeds beter, mijn lichaam was eigenlijk net een vastgelopen lager dat weer even gangbaar gemaakt moest worden. De dag van vandaag begon met een doorwading door een riviertje, snelle pistes en wat asfalt. Een enduro special voor de profi’s door een rivierbedding met grote ronde stenen, rotspartijen en een klimmetje van de derde categorie deed me weer even aan mijn knie herinneren maar het ging probleemloos. De steile stenen “trappen” en het Afrikaanse woud bij Nador waren geen probleem. Er was weer veel volk en bebouwing hier, we naderden weer de bewoonde wereld. De haven van Nador was het eindpunt waar we weer afscheid namen van Marokko.

Dag 8: Spanje
Van de overtocht die nacht heb ik niets gemerkt, Daan en ik zijn in onze hut “even gaan liggen” maar dat is ook het laatste wat we konden herinneren. We zijn beiden in coma geraakt, kleren en licht nog aan.. Pas de volgende ochtend werden we gewekt door de omroeper die in een onverstaanbare taal blijkbaar verkondigde dat we in de haven van Almeria waren aangekomen.

De etappe in Spanje was niet meer dan een toeristische route met wat off-road paden door het achterland tussen Carboneras en Mojocar, het gebied waar ook veel wild-west films werden opgenomen. Er was geen tijdsdruk en ik heb samen met Nienke en Albert rustig over de paden getokkeld. Wat gegeten en gedronken bij een Spaans tentje in de bergen en verder gereden naar het strand waar we verzamelden voor de grote intocht door Mojocar. Toch wel weer indrukwekkend zo’n lint van 260 voertuigen, motoren, rally auto’s, service voertuigen, quads, voertuigen van de noodartsen, de Unimog en de bezemvrachtautos’van de ORGA begeleidt door de plaatselijke politie. Vele mensen in huizen en restaurants langs de kant van de weg die het ook een mooi spektakel vonden kwamen naar buiten en fotografeerden of het een lieve lust was.

De aankomst bij het hotel en de huldiging van de winnaars was weer een groot feest waarbij banden werden opgerookt en champagne in de rondte gespoten.

De 2008 editie van de Tuareg Rally stond in het teken van een sterk deelnemersveld met name veroorzaakt door de afgelasting van de Dakar rally dit jaar verschenen er veel Dakar rijders aan de meet.








De uitslagen van deze rally kan je hier vinden.

  • Motorrad Profi Daniel Willemsen (NL) Yamaha WR 450 ( 6-voudig wereldkampioen zijspancross)
  • Auto Profi Christof Danner/ Wick Zach (A) Puch-Mercedes G (4-voudig winnaar van de Tuareg Rallye)
  • Quad Profi Alex Brusselers (NL)
  • Auto Amateur Lee Amthor/Ingo Tiarks (D) Mercedes G
  • Motor Amateur Dan Mollerup Skov (DK) KTM 520 EXC
  • Motor Amateur Twee cylinder Thomas Jungblut (D) BMW HP2
  • Beste vrouwen: Christina Meier (Motorrad Profi), Brigitte Frey (Motor Amateur), Christina Stricker/Ulrike Lebender (Auto Amateur)
  • Beste Teams: Team EAO (Motor Profi), Team Amateur (Motor Amateurs), Dessert Rats (Auto Amateurs)

Zelf ben ik geeindigd op de 39ste plaats (van de 104 profi motorrijders) en dat had beter gekund als ik de eerste dag niet zoveel navigatie fouten had gemaakt waardoor ik veel straftijd kreeg. Ook het missen van dat ene secret checkpoint in de Koningsetappe was cruciaal want door het uitrijden van die etappe had ik weer veel tijd kunnen terugwinnen. Achter af bezien zou een plaats bij de eerste 20-30 tot de mogelijkheden behoren. Maar goed, gezien die narrow escape in die greppel op de zesde dag mag ik allang blij zijn dat ik uberhaupt aangekomen ben..

Een bedankje
Langs deze weg wil ik iedereen bedanken voor deze fantastische rally; uiteraard de “ORGA” die in soms moeilijke omstandigheden toch alles perfect georganiseerd hadden. Bij ernstige ongelukken was een snelle terugvlucht naar het thuisland goed geregeld en helaas was dat in een aantal gevallen nodig. Het “Notarztteam” was er altijd snel bij met hun terreinwagens om assistentie te verlenen maar ook in het bivak waren de noodartsen altijd bereikbaar bij opgelopen pijntjes.
Uiteraard de crew van het Memotours team, Bennie en Monique Migchelbrink en Alledin Support, Dieni Folman en Alexander Tangerink waar we altijd terecht konden voor een schroevedraaier, biefstuk of gezelligheid. Jacqueline Hut nogmaals bedankt voor de verzorging.

Als laatste wil ik toch mijn vriendin Petra bedanken want die schijnt me gemist te hebben (snap ik helemaal niks van?) en ze krijgt na dit soort evenementen altijd een krakkemikkige en klagende vent terug. En dan te bedenken dat ik komend weekend weer wegga om in Frankrijk een “rondje” te rijden, de motor is er al klaar voor… Pipi was ook blij dat het baasje weer terug was.